‘Ach, wat jammer nu weer’, denk ik moedeloos. Het zweet breekt me uit. Ook al ben ik het wel gewend van mijzelf, het is toch elke keer weer schrikken. Ik ben weer iets vergeten. Jarenlang maakte ik mijzelf verwijten dat het aan MIJ lag, MIJ, MIJ, MIJ!! Nu weet ik sinds kort dat het indirect aan mij ligt, dus aan mijn hersenen. Dat geeft wat rust, hoewel ik nog steeds vergeetachtig en chaotisch ben.
Werkstress
Dit keer moet ik een presentatie over ons softwareproduct houden. Iets waar ik bekend mee ben. Toch ben ik van tevoren gespannen. Kan de routeplanner het wel aan om de juiste weg te vinden? Zijn er geen files (nou dat is dan een makkelijk antwoord, die zijn er wél)? Kom ik wel uit mijn woorden? Zijn de mensen aardig of is de directeur/directrice een bullebak(kin)? Et cetera et cetera.
Improviseren
Na een lange rit in de ochtendfile ben ik in een landelijke omgeving beland. De beamer is mee, evenals een paar laptops. En wat vergeet ik? De snoeren! Kijk, de vinger op de zere plek. Dat heeft iemand zonder ADD nooit. Dat weet ik zeker. Dus moest ik weer eens improviseren. Met klotsende oksels. Vooral tegenwoordig, ik werk meer en wordt ouder. Als echte ADD’er ben ik DUS inmiddels bekend met improvisatie, dus ik improviseerde me een ongeluk. Dat kost veel energie. ’s Avonds viel ik dus weer in slaap bij een ontspannende film. Dan hoef ik tenminste niet echt na te denken. Ratelt het in mijn hoofd niet zo door en BAMMMM daar ga ik! Wanneer er dan een straaltje slijm langs mijn mond omlaag sijpelt op het kussen en ik wakker schrik van een soort van snurkje wordt het tijd om naar mijn bed te sloffen. Waaruit ik dan om 03.00 ’s nachts wakker schrik. Maar daar had ik het niet over.
Van alles vergeten
Ik had het over ‘van alles vergeten’. Ik zeg weleens smalend; ‘ik lijk op Hans van Grietje’. De mensen kijken mij dan verwonderd aan. Meer vragend, eigenlijk. Ook zie ik dan een lichte frons die erop zou kunnen wijzen dat ze denken; ‘Die heeft ze niet allemaal op een rijtje. En wie waren Hans en Grietje nu ook al weer?’ Ik durf erom te wedden dat je, toen je het las, hetzelfde dacht? Dat ik van de hak op de tak spring? Moeilijk te volgen? Zelf weet ik precies waar ik het over heb. Maar toch frustrerend dat ik soms niet eens meer weet wat voor verhaal ik aan het vertellen was. Ik stop dan midden in een.
Midden in Een
Hans en Grietje werden namelijk midden in een bos gestuurd omdat hun ouders te arm waren om hen eten te geven. Niet dat ik geen eten heb, daar gaat het niet om. Het gaat om Hans. Hij was zo slim om kiezelsteentjes mee te nemen en deze te laten vallen op de weg naar het diepe bos. Zo kon hij makkelijk de weg terugvinden. En daarbij Grietje ook. Dat vertel ik er maar bij, mocht ik anders vragen krijgen. Maar, ik vergelijk mijzelf met hem. Hans. Niet qua slimheid. Nee, zo ben ik niet. Wel met een spoor achterlaten. In mijn geval spulletjes: sjaals, paraplu’s (ook maar mee gestopt) en soms een pasje. Ik roep altijd dat je mij altijd terug kunt vinden, als je mijn spoor maar volgt. Dat is dan wel weer fijn.
P.S. Moet er wel de bereidheid zijn mij terug te willen vinden. Daar heb ik in de privé-sfeer soms mijn twijfels over.